7. Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

(voor het gemak, een machine = een installatie, machine of gemechaniseerd werktuigen, zoals bedoeld in het artikel 8.1 van het KB Arbeidsmiddelen).

De aankoop en indienststelling van een NIEUWE machine

Een NIEUWE machine is:

  • een machine, ook al wordt de machine buiten de Europese Gemeenschap ontworpen en/of gefabriceerd,
  • een tweedehandse machine, binnengebracht van buiten de Europese Gemeenschap,
die na 29 december 2009 VOOR HET EERST BINNEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP op de markt is gebracht OF in dienst is gesteld.

Dergelijke machine voldoet aan de bepalingen van de Machinerichtlijn 2006/42/EG, omgezet naar Belgische wetgeving door het KB Machines van 12/08/2008 (BS 01/10/2008). Ze draagt een CE-markering.

Bij de aankoop en indienststelling van een dergelijke machine wordt volgende bestelprocedure, bestaande uit 3 stappen (de “groene lichten”), toegepast:
  1. De bestelling: eisen op te nemen bij de bestelling
  2. De levering: document(en) van de fabrikant/leverancier
  3. De indienststelling: indienststellingsverslag.

7.1. Bestelling

In het kader van de welzijnswetgeving bevat de (bijlage aan de) bestelbon:

7.1.1. De eis tot naleving van het KB Machines, namelijk:

  • Het aanwezig zijn van een identificatieplaatje, met CE-markering, op de machine;
    • Een “oorspronkelijke” versie, in een of meer talen van de Europese Gemeenschap, gekozen door de fabrikant (ook al is er niemand in de onderneming die ze begrijpt, toch is ze belangrijk: deze verklaring werd door de fabrikant gecontroleerd, hij draagt er de verantwoordelijkheid over);

      EN,
    • Indien de “oorspronkelijke” versie niet in het Nederlands, Frans en/of Duits (de officiële talen van België) is opgesteld, een “vertaling van de oorspronkelijke” versie naar het Nederlands, Frans en/of Duits.
    • De termen “oorspronkelijke” en “vertaling van de oorspronkelijke” wordt duidelijk op de EG-verklaring van overeenstemming aangegeven.
  • Een gebruiksaanwijzing met o.a. de volledige montage-, inbedrijfname-, werkings-, bedienings-, inspectie- en onderhoudsvoorschriften (onder identieke voorwaarden zoals bij de EG-verklaring van overeenstemming):
    • Een “oorspronkelijke” versie, in een of meer talen van de Europese Gemeenschap, gekozen door de fabrikant (zelfde bemerking als onder de EG-verklaring van overeenstemming);
    • Indien de “oorspronkelijke” versie niet in het Nederlands, Frans en/of Duits (de officiële talen van België) is opgesteld, een “vertaling van de oorspronkelijke” versie naar het Nederlands, Frans en/of Duits.
    De termen “oorspronkelijke” en “vertaling van de oorspronkelijke” wordt duidelijk op het voorblad van de gebruiksaanwijzing aangegeven.

    Zorg bij bestelling dat de gebruiksaanwijzing steeds wordt afgeleverd in een taal of talen, begrijpelijk voor ALLE bedieners van de machine (allen die met of aan de machine werken). Indien nodig, eis gebruiksaanwijzingen in verschillende talen (officiële talen van België), indien nodig, ook in andere talen (andere Europese talen, zoals het Pools, Roemeens, …).
  • De informatie en waarschuwingen op de machine (van gevaren, van functies en standen van schakelaars en gelijkaardige bedieningen, van functies van knoppen en gelijkaardige bedieningen, van teksten op een beeldscherm of aanraakscherm, van meldingen van storingen, van alarmen, …) worden bij voorkeur aangegeven in gemakkelijk, door iedere bediener te begrijpen symbolen of pictogrammen.

    Schriftelijke (visuele) of mondelinge (auditieve) informatie en waarschuwingen op de machine worden gegeven in het Nederlands, Frans en/of Duits (een of meer officiële talen van België). Zorg dat de informatie en waarschuwingen op de machine in dit geval zijn gegeven in een of meer talen (voorbeeld, een programma met taalkeuze), begrijpelijk voor de grootste groep van bedieners. Indien nodig, eis een document met een vertaling van de informatie en waarschuwingen naar een andere officiële taal (of talen) van de Europese Gemeenschap, een taal of talen die de andere, overgebleven bedieners begrijpen (dit is ook een eis uit de Machinerichtlijn).

2. De eis tot naleving van bijkomende voorwaarden:

Bij de aankoop van een machine kunnen bijkomende voorwaarden aangaande veiligheid en hygiëne worden opgelegd. Deze voorwaarden zijn niet (noodzakelijk) opgelegd door de vigerende wetten en reglementen betreffende veiligheid en hygiëne, maar zijn onontbeerlijk om het objectief te bereiken, vooropgesteld door het dynamisch risicobeheersingssysteem (= de structurele planmatige aanpak van de preventie).

De lat wordt hoger gelegd, boven de vigerende wetten en reglementen uit. Of de toepassing van een wet of reglement, of delen ervan, wordt extra benadrukt. Uitgangspunt is het streven naar hogere objectieven, doelstellingen in het welzijnsbeleid, m.a.w. naar een hoger veiligheids- en gezondheidsniveau. In dergelijk geval worden de fabrikant van de machine extra voorwaarden aangaande veiligheid en gezondheid opgelegd. Specifieer deze voorwaarden duidelijk in de (bijlage aan de) bestelbon.

3. De eis tot naleving van voorwaarden die voortvloeien uit specifieke arbeidsomstandigheden of werkingsvoorwaarden:

Daarnaast kunnen bij de aankoop van de machine nog voorwaarden voortvloeiend uit het specifieke, te voorziene gebruik of werking. Denk maar aan het gebruik van de machine binnen of buiten, in open lucht. Denk aan het gebruik met persoonlijke beschermingsmiddelen, niet expliciet nodig voor het gebruik van de machine zelf, maar wel voor het uitvoeren van het werk. Denk aan de gebruikte middelen of de toegepaste methode bij het reinigen van (voedings)machines. Denk aan het algemene opleidingsniveau, het inzicht, de ervaring en/of de gezondheidstoestand van de bij de machine betrokken bediener(s).

BELANGRIJK: De preventieadviseurs van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk worden betrokken bij de aankoop van een machine, in de voorbereidende werkzaamheden voor het opstellen van de bestelbon. Indien nodig, kunnen zij deze aanvullende eisen toevoegen. Om deze betrokkenheid aan te tonen wordt de (bijlage aan de) bestelbon geviseerd door de interne preventieadviseur (belast met de leiding van de interne dienst).

7.2. Levering

Bij de levering overhandigt de fabrikant een EG-verklaring van overeenstemming. In die ONDERTEKENDE verklaring (of verklaringen, zie punt 1.1) bevestigt de fabrikant uitdrukkelijk dat de machine voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen, opgenomen in de Bijlage I van het KB Machines. Eventueel vermeldt de verklaring de (geharmoniseerde EN-) normen, toegepast bij ontwerp en/of fabricage van de machine.

Indien bij de bestelling bijkomende voorwaarden (punt 1.2) en/of voorwaarden, die voortvloeien uit specifieke arbeidsomstandigheden of werkingsvoorwaarden (punt 1.3), werden opgelegd, overhandigt de fabrikant, naast de EG-verklaring van overeenstemming, een bijkomend attest. In dit ONDERTEKENDE attest bevestigt de fabrikant expliciet dat hij voldoet aan de bijkomende voorwaarden, gesteld bij de bestelling. Het attest bevat ook een voldoende verantwoording van de bijkomende voorwaarden (de wijze waarop de bijkomende voorwaarden werd ingevuld).

7.3. Levering

Dit verslag is verplicht voor aspecten die niet gedekt zijn door de CE-markering, voor de bijkomende voorwaarden (zie punt 1.2) en voor de aanpassing van de machine aan specifieke arbeidsomstandigheden of werkingsvoorwaarden (zie punt 1.3).

Verder is het aangewezen dat dit indienststelingsverslag een synthese bevat van de controle van de verschillende elementen in toepassing van het KB Machines en in toepassing van de Welzijnswet, de CODEX, het A.R.A.B. en het A.R.E.I.

Dit kan het volgende inhouden:

  • Werd op de machine een identificatieplaatje met CE-markering aangebracht? Zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar (ook na verloop van tijd)?
  • Werd(en) de EG-verklaring(en) (zie punt 1.1) van overeenstemming met de machine meegeleverd? Is die verklaring wel degelijk opgemaakt voor de machine zoals ze werd geleverd, zijn de vermelde gegevens identiek als op het identificatieplaatje?
  • Werd(en) de gebruiksaanwijzing(en) (zie punt 1.1) meegeleverd? Bevat die naast de instructies voor normaal gebruik, ook de instructies voor onderhoud, reiniging, inspectie, controle, ...?
  • Werd, indien bij de bestelling bijkomende voorwaarden (zie punt 1.2) en/of voorwaarden, die voortvloeien uit specifieke arbeidsomstandigheden of werkingsvoorwaarden (zie punt 1.3), werden opgelegd, het attest door de fabrikant meegeleverd (zie punt 2)? Bevat dit attest een voldoende verantwoording van de gestelde voorwaarden?
  • Werden voor de indienststelling van de machine, opvallende gebreken of belangrijke risico’s (zoals het ontbreken van veiligheidsvoorzieningen en/of –signalisatie) vastgesteld?
  • Werd voor de indienststelling van de machine, een risicoanalyse opgemaakt, rekening houdend met de specifieke gebruiksomstandigheden en/of de omgevingsfactoren?
  • Zijn de informatie en instructies (gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructiekaart) voor de bediener beschikbaar? In een voor hen begrijpelijke taal?
  • Werden de betrokken werknemers (niet alleen de bedieners, maar ook andere werknemers die aan een of meer risico’s uit het gebruik van de machine kunnen worden blootgesteld) degelijke opgeleid?
  • Werd een procedure voor periodiek controle vastgelegd? Of is een keuring bij indienststelling en nadien, een periodieke keuring door een externe dienst voor technische controle op de werkplaats, vereist?
  • Wordt het onderhoud van de machine geregistreerd?
Dit verslag wordt opgesteld door de interne preventieadviseur (belast met de leiding van de interne dienst), in overleg met de andere preventieadviseurs van de interne of externe dienst.

BELANGRIJK:
Volgens het KB Interne Diensten van 27/03/1998 (BS 31/03/1998) wordt het opstellen, aanvullen en viseren van hoger vermelde documenten uitgevoerd door de interne preventieadviseur voor ondernemingen die behoren tot groep A, B of C. In ondernemingen van groep D (minder dan 20 werknemers en de werkgever is zelf preventieadviseur) mag dit ook door de externe dienst.

De aankoop en indienststelling van een TWEEDEHANDSE machine

Een tweedehandse machine is:

  • een machine, zonder CE-markering, door de fabrikant gefabriceerd voor 01 januari 1995,
  • een machine, met CE-markering, gefabriceerd tussen 01 januari 1995 en 29 december 2009,
en voor 29 december 2009 binnen de Europese Gemeenschap al op de markt gebracht en/of al in dienst gesteld.

Ook bij de aankoop en indienststelling van een tweedehandse machine wordt de hiervoor beschreven bestelprocedure VOLLEDIG (alle drie de stappen, punten 1, 2 en 3) toegepast.

De eis tot de naleving van het KB Machines van 12 augustus 2008 kan in de bestelbon niet worden hardgemaakt.

In de bestelbon, onder de bijkomende voorwaarden (zie punt 1.2), kan worden geëist dat de tweedehandse machine voldoet aan de minimumvoorschriften uit de Bijlage I van het KB Arbeidsmiddelen van 12/08/1993 (BS 28/09/1993). Hier kunnen ook de voorwaarden voor de gebruiksaanwijzing worden vastgelegd (best in samenspraak met de leverancier, voor de bestelling).

In dit geval wordt bij levering van de tweedehandse machine door de leverancier een attest (zie punt 1.2) afgeleverd. De leverancier bevestigt daarin dat is voldaan aan de bijkomende voorwaarden, zijnde de minimumvoorschriften uit de Bijlage I van het KB Arbeidsmiddelen. Als verantwoording kan hij een kopie van de checklijst overhandigen.

OPGEPAST, de aflevering door de leverancier van een EG-verklaring van overeenstemming voor de tweedehandse machine, garandeert niet langer de overeenstemming met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de Machinerichtlijn 98/37/EG (de vervallen versie van de richtlijn). De tweedehandse machine kan door de eerste gebruiker zijn gewijzigd / aangepast.

Het indienststelingsverslag bevat nu een synthese van de controle van de verschillende elementen in toepassing van de Welzijnswet, de CODEX, het A.R.A.B. en het A.R.E.I.

Dit houdt o.a. het volgende in:
  • Is de machine in overeenstemming met de minimumvoorschriften uit de Bijlage I van het KB Arbeidsmiddelen? Is een controle (eigen of ander) hiervan beschikbaar?
  • Werd voor de indienststelling van de machine, een risicoanalyse opgemaakt, rekening houdend met de specifieke gebruiksomstandigheden en/of de omgevingsfactoren?
  • Zijn de informatie en instructies (gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructiekaart) voor de bediener beschikbaar? In een voor hen begrijpelijke taal?
  • Werden de betrokken werknemers (niet alleen de bedieners, maar ook andere werknemers die aan een of meer risico’s uit het gebruik van de machine kunnen worden blootgesteld) degelijke opgeleid?
  • Werd een procedure voor periodiek controle vastgelegd? Of is een keuring bij indienststelling en nadien, een periodieke keuring door een externe dienst voor technische controle op de werkplaats, vereist?
  • Wordt het onderhoud van de machine geregistreerd?
Dit verslag wordt opgesteld door de preventieadviseur belast met de leiding van de interne dienst, in overleg met de andere preventieadviseurs van de interne of externe dienst.

Bestaande machines, al in gebruik binnen de onderneming

Ook voor bestaande, al in gebruik zijnde machines, mocht het nog niet zijn gebeurd, wordt een indienststellingsverslag (de derde en laatste stap uit de bestelprocedure) opgemaakt.