Veiligheidsinstructiekaarten

Inleiding

De reglementering inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk hecht bijzondere aandacht aan informatie en vorming van de werknemers. De werkgever dient er voor te zorgen dat zijn werknemers alle nodige informatie krijgen in verband met de risico’s en de preventiemaatregelen die van toepassing zijn op het werk dat zij uitvoeren en die zij nodig hebben voor de bescherming van hun veiligheid en gezondheid.

De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer een voldoende en aangepaste vorming ontvangt die speciaal gericht is op zijn werkpost of functie. Bij die vorming staan de risico’s verbonden aan het uit te voeren werk met de bijhorende preventiemaatregelen centraal.

Hierbij neemt het gebruik van arbeidsmiddelen een heel belangrijke plaats in. Hieronder vallen alle machines, apparaten, gereedschappen en installaties die de werknemers nodig hebben voor de uitvoering van hun werk.

Ook de leden van de hiërarchische lijn (dit is iedereen in de onderneming die personeel onder zich heeft en dus bevoegd is om bevelen te geven, bv. een ploegbaas of meestergast) hebben inzake de vorming van de werknemers een belangrijke rol te vervullen. Zij dienen in te staan voor het organiseren van het onthaal van elke beginnende werknemer. Ook de werkgever zelf mag hiervoor instaan (wat in een kleine onderneming vaak het geval zal zijn). De leden van de hiërarchische lijn dienen te waken over de naleving van de instructies inzake welzijn op het werk die de werknemers dienen te ontvangen. Zij dienen er zich eveneens van te vergewissen dat de werknemers de inlichtingen inzake welzijn op het werk die zij gekregen hebben, goed hebben begrepen en in de praktijk brengen. In dit onthaal en in die begeleiding is een belangrijke rol weggelegd voor instructiekaarten.

Reden genoeg om werk te maken van veiligheidsinstructiekaarten, waarvan wij u hierbij een uitgebreid hulpmiddel aanbieden.

Naast het beschikken over instructies bij het werken met installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen voorziet de reglementering eveneens dat bij de aankoop van deze arbeidsmiddelen een bepaalde procedure dient gevolgd te worden om te verhinderen dat nieuwe risico’s voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers in de onderneming binnenkomen. Vandaar dat de wetgever deze bepalingen indertijd heeft ondergebracht onder de hoofding “Voorkomingsbeleid”. Deze procedure staat ook bekend als “de procedure met de 3 groene lichten” omdat die uit 3 opeenvolgende stappen bestaat. Wij verstrekken u hierbij informatie over deze procedure en bieden u een aantal voorbeeldformulieren aan.

1. Wettelijk kader

Volgens het Koninklijk Besluit “Arbeidsmiddelen” moeten er voor elke installatie, machine en gemechaniseerd werktuig schriftelijke instructies bestaan. Die instructies moeten gegevens bevatten over:

  • de werking;
  • de gebruikswijze;
  • de inspectie;
  • het onderhoud;
  • inlichtingen i.v.m. de veiligheidstoestellen.
Wie die instructies moet opmaken is niet vermeld in dit besluit. Er is wel opgenomen dat de instructies dienen geviseerd en zonodig aangevuld door de preventieadviseurs van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Daarnaast dient volgens hetzelfde koninklijk besluit de werkgever ervoor te zorgen dat zijn werknemers over voldoende informatie en zonodig over een gebruiksaanwijzing beschikken inzake de gebruikte arbeidsmiddelen (= machines, apparaten, gereedschappen, installaties).

De werkgever dient zijn werknemers te informeren over de risico's waaraan zij blootgesteld zijn bij het uitvoeren van hun werk. Zij dienen hierover een gepaste opleiding te ontvangen.

Verder dienen volgens het Koninklijk Besluit “Welzijnsbeleid” de leden van de hiërarchische lijn (bv. meestergast, ploegbaas) er over te waken dat de werknemers de ontvangen instructies naleven. De werkgever dient te zorgen voor het onthaal van elke beginnende werknemer. Hiervoor dient een ervaren werknemer aangeduid te worden om deze werknemer te begeleiden. Bij dit onthaal en deze begeleiding zijn de instructies een heel belangrijk hulpmiddel.

2. Doel en gebruik van instructies

Naast het onontkoombare feit dat het nu eenmaal wettelijk verplicht is om te beschikken over schriftelijke instructies, zijn er verschillende andere redenen waarom het opstellen van instructies belangrijk is.

Instructies zijn onderrichtingen die bepalen hoe moet gehandeld worden. Het zijn eveneens dienstvoorschriften waarnaar men zich bij zijn werkzaamheden moet richten. Instructies zijn in feite de op schrift gestelde opleiding. De instructiekaarten moeten kunnen dienen als basis voor de vorming van de werknemers. Zij zijn een handig hulpmiddel bij het geven van opleiding.

De bedoeling is dat kennis en vaardigheden worden bijgebracht zodat de uitvoering van de taken op een veilige manier kan gebeuren. Bij de analyse van arbeidsongevallen blijkt dat de oorzaak van een arbeidsongeval vaak te wijten is aan het ontbreken van adequate instructies.

Veiligheidsinstructiekaarten vermelden de voornaamste risico's verbonden aan het werken met een bepaalde machine, met telkens opgave van de preventiemaatregelen om die risico's uit te schakelen.

Nieuwe werknemers hebben meestal meer uitgebreide instructies nodig. Voor meer gedetailleerde informatie kan men gebruik maken van de gebruiksaanwijzing van de leverancier.

3. Welke gegevens gebruiken bij het opmaken van veiligheidsinstructiekaarten?

3.1. Gebruiksaanwijzing van de leverancier

Voor nieuwe machines (dit zijn machines voor de eerste maal op de markt gebracht na 01/01/1995) is de fabrikant verplicht om een gebruiksaanwijzing mee te leveren in de taal (of talen) van het land van de gebruiker. De inhoud van die gebruiksaanwijzing ligt wettelijk vast.

Volgende onderwerpen dienen zeker opgenomen:

  • de beoogde gebruiksomstandigheden;
  • instructies voor inbedrijfstelling, gebruik, hanteren, installeren, monteren en demonteren, afstellen, onderhoud en reparatie;
  • tekeningen en schema's;
  • eventueel specifieke montagevoorschriften.
De voorzorgsmaatregelen op het vlak van veiligheid en gezondheid moeten telkens in de gebruiksaanwijzing worden geïntegreerd.

Vaak is de gebruiksaanwijzing van de fabrikant zo uitgebreid en volumineus dat een samenvatting noodzakelijk is voor de specifieke gebruiker. Die samenvatting neemt dan meestal de vorm aan van een overzichtelijke veiligheidsinstructiekaart die beschikbaar is in de onmiddellijke omgeving van de machine.

Verder mogen de algemene instructies en gebruiksaanwijzingen van de fabrikant niet zomaar worden overgenomen. Ze houden immers geen rekening met de specifieke omstandigheden in het bedrijf zelf. Veiligheidsinstructiekaarten zijn maar nuttig indien de specifieke risico's van de machine en de werkplaats mee worden verwerkt. Het opsporen van die specifieke risico's dient te gebeuren door het uitvoeren van een risicoanalyse op de concrete werkpost.

3.2. Risicoanalyse

Bij het uitvoeren van een risicoanalyse bij een bepaalde machine dient u een onderscheid te maken tussen machines die voor de eerste maal werden in gebruik genomen voor 01/01/1995 en machines die voor de eerste maal werden in gebruik genomen na die datum.

  • Machines van voor 01/01/1995

    Alle machines die voor eerst werden in gebruik genomen voor die datum moeten op zijn minst voldoen aan de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid opgenomen in het Koninklijk Besluit “Arbeidsmiddelen”. Machines die na de toepassingsdatum van dit KB voor de eerste maal in gebruik werden genomen (dit is na 8 oktober 1993), moesten onmiddellijk voldoen aan die eisen.

    Aan de hand van een risicoanalyse dient nagegaan of de in gebruik zijnde arbeidsmiddelen in overeenstemming zijn met die minimumvoorschriften. Op die manier dient per arbeidsmiddel bepaald welke aanpassingen eventueel noodzakelijk zijn. Wij bieden u een controlelijst aan met de minimumvoorschriften voor het nazicht van arbeidsmiddelen. Er is eveneens een vragenlijst opgenomen voor het nazicht van een ladder, een rolsteiger en een vast opgestelde steiger.

    Naast de risico's verbonden aan de machine zelf, dient u ook aandacht te besteden aan de risico's die te maken hebben met de werkplaats (inplanting, doorgangen, andere werkposten in de onmiddellijke nabijheid, omgevingsfactoren zoals verlichting, ventilatie,...).

    Men dient bij voorkeur te zoeken naar technische oplossingen (de risico's uitschakelen aan de bron). Voor oudere arbeidsmiddelen is dit echter niets steeds mogelijk. In bepaalde gevallen kan een gelijkwaardig veiligheidsniveau nagestreefd worden, bv. door het verstrekken van aangepaste instructies. Die specifieke instructies dient men eveneens op te nemen.

  • Machines van na 01/01/1995

    Machines van na die datum vallen onder het Koninklijk Besluit “Machines”. Wanneer zij op de markt gebracht worden, dienen zij voorzien van een CE-markering.

    Verder dient de fabrikant bij de levering u een EG-verklaring van overeenstemming te overhandigen. In dit document verklaart de fabrikant dat zijn machine voldoet aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van het Koninklijk Besluit “Machines”.

    Voor die machines is het niet meer nodig om het bewijs van overeenstemming met die essentiële eisen volledig over te doen. Wel is het noodzakelijk om na te gaan of de machine geen opvallende gebreken of belangrijke risico's vertoont. De verplichting om een risicoanalyse uit te voeren blijft immers bestaan, ook al is het een nieuwe machine. Zo dient u zeker aandacht te besteden aan de risico's die te maken hebben met de inplanting van de machine en met de omgevingsfactoren. Voor dit nazicht kunt u eveneens gebruik maken van bijgevoegde controlelijst.

De voorzorgsmaatregelen op het vlak van veiligheid en gezondheid moeten telkens in de gebruiksaanwijzing worden geïntegreerd.

Vaak is de gebruiksaanwijzing van de fabrikant zo uitgebreid en volumineus dat een samenvatting noodzakelijk is voor de specifieke gebruiker. Die samenvatting neemt dan meestal de vorm aan van een overzichtelijke veiligheidsinstructiekaart die beschikbaar is in de onmiddellijke omgeving van de machine.

Verder mogen de algemene instructies en gebruiksaanwijzingen van de fabrikant niet zomaar worden overgenomen. Ze houden immers geen rekening met de specifieke omstandigheden in het bedrijf zelf. Veiligheidsinstructiekaarten zijn maar nuttig indien de specifieke risico's van de machine en de werkplaats mee worden verwerkt. Het opsporen van die specifieke risico's dient te gebeuren door het uitvoeren van een risicoanalyse op de concrete werkpost.

4. Procedure voor het opmaken van veiligheidsinstructiekaarten

Veiligheidsinstructiekaarten moeten een weerspiegeling zijn van de risicoanalyse uitge­voerd bij het gebruik van de machine.

Hierbij kan volgend stramien gevolgd worden:

  • onderzoek van de handleiding of de gebruiksaanwijzing:
    • aanduiding van de risico's die in theorie kunnen voorkomen;
    • nazicht van de inspectie- en onderhoudsvoorschriften (geven meestal aanleiding tot specifieke risico's);
  • onderzoek op de werkpost zelf:
    • toetsing van de theoretische risico's;
    • opsporing van nog niet vermelde risico's;
    • nazicht bij normaal gebruik maar ook bij inspectie; onderhoud; defecten; abnormaal gebruik (bv. manuele bediening i.p.v. automa­tisch);
    • te voorziene abnormale situaties;
  • verdere aanvulling met literatuurgegevens (standaard instructiekaarten; controlelijs­ten; ...).
Ook de leverancier kan eventueel bijkomende informatie geven over de risico's en de veiligheidsaspecten. Een probleem bij oudere machines is dat de handleiding of gebruiksaanwijzing vaak niet meer terug te vinden zijn.

De praktische uitwerking van de veiligheidsinstructiekaarten gebeurt best door de ploegbaas of meestergast in overleg met de onderhoudsverantwoordelijke en de preventieadviseur.

Belangrijk bij het opstellen is de betrokkenheid van diegenen die normaal met de installatie of machine werken (kennis van risico's op de werkvloer; grotere motivatie om de instructies te volgen).

Verder hebben de diensten voor preventie en bescherming op het werk als opdracht het verlenen van advies over het opstellen van instructies, o.a. betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen.

Na de opmaak dient u de veiligheidsinstructiekaarten voor te leggen aan de preventieadviseur van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Voor gezondheidskundige aspecten is dit uw preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Dit nazicht kan gebeuren naar aanleiding van het periodiek bedrijfsbezoek aan uw onderneming. Indien nodig kunnen zij aanvullingen laten aanbren­gen. Beiden dienen tenslotte de instructiekaarten “voor gezien” te verklaren.

Na het opstellen is het van belang de instructies actueel te houden (opvolging). In volgende gevallen is het noodzakelijk om de instructies aan te passen:
  • bij elke wijziging aan de machine of de werkpost;
  • na een arbeidsongeval wanneer uit het ongevallenonderzoek blijkt dat de instructies onvolledig of onduidelijk waren.

5. Criteria voor het opmaken van veiligheidsinstructiekaarten (vormgeving)

De schriftelijke instructies nemen meestal de vorm aan van instructiekaarten. Zij staan ter beschikking van de werknemers in de onmiddellij­ke nabijheid van de arbeidspost. Zij hoeven niet noodzakelijk geafficheerd te worden.

Daarnaast dienen heel belangrijke zaken eveneens aangeduid te worden op de machine of de installatie zelf door middel van een boodschap of pictogram (genormaliseerde symbolen). Het spreekt vanzelf dat deze instructies kort en bondig moeten zijn en opgesteld in de taal van de gebruiker.

    Enkele criteria:
  • Zo beknopt mogelijk maar overzichtelijk:
    • leesbaar en bruikbaar;
    • in een verstaanbare taal voor de gebruiker;
    • in een compact en handig formaat.
  • Zij bieden in één oogopslag heel wat informatie over het veilig werken met een machine of installatie (vermelding van de belangrijkste risico's en preventie­maatregelen).
  • Uniforme vormgeving om de informatie snel terug te vinden. Het is aangeraden te vertrekken van een vast basismodel.
  • Zij moeten motiverend werken en de gebruiker er toe aanzetten de instruc­ties op te volgen.
  • Aan de hand van de gebruiksaanwijzing kan een beknopte samenvatting van de werking en gebruikswijze opgemaakt worden.
  • Belangrijke items die zeker moeten voorkomen op de veiligheidsinstructiekaarten:
    • de voornaamste risico's;
    • de te nemen preventiemaatregelen;
    • de veiligheidsvoorzieningen;
    • wat te doen bij defect of slecht functioneren?
Suggestie: probeer bij voorkeur de veiligheidsinstructies te integreren in andere instructies, bv. kwaliteitszorg.

Voor het opmaken van nieuwe veiligheidsinstructiekaarten kunt u vertrekken van het blanco model dat eveneens is opgenomen.

6. Uitgewerkte veiligheidsinstructiekaarten

6.1. Algemene beschrijving van de veiligheidsinstructiekaarten

Wij beiden u hierbij de veiligheidsinstructiekaarten aan voor de meest voorkomende machines in de bouwsector en voor installateurs van elektrische installaties.

De algemene veiligheidsinstructies werden samengebracht in een afzonderlijke kaart. Zo hoeven ze niet steeds herhaald te worden op de veiligheidsinstructiekaart voor elke machine afzonderlijk. Bij elke machine dient u steeds rekening te houden met de veiligheidsinstructiekaart “Algemene veiligheid”. Beide kaarten vormen één geheel !

De veiligheidsinstructiekaarten bevatten eerst een beknopte beschrijving van de machine. In de titel bovenaan is het mogelijk om uw eigen bedrijfsgegevens op te nemen. Vervolgens zijn telkens de voornaamste risico’s opgenomen waarvan algemeen bekend is dat zij bij die machine aanwezig zijn, met telkens de preventie­maatregelen om die risico's te voorkomen.

Op elke kaart is ruimte opengelaten om specifieke risico's en bijkomende preventiemaatregelen op te nemen eigen aan de concrete arbeidspost. Speciale omstandigheden die afwijken van de standaardinstructies en specifieke gevallen dienen opgenomen in dit gedeelte van de kaarten. Het is dus noodzakelijk dat u het tweede gedeelte van elke kaart telkens verder aanvult, rekening houdend met de karakteristieken van de machine zoals die bij u gebruikt wordt en opgesteld staat.

Belangrijk:

Deze schriftelijke veiligheidsinstructies zijn slechts een voorbeeld en kunnen niet zomaar worden gebruikt. Uw veiligheidsinstructies zijn immers het resultaat van uw risicoanalyses en de preventiemaatregelen die daaruit voortvloeien. Bij de opmaak van uw veiligheidsinstructies zijn uw interne en/of externe dienst PBW betrokken.

Bij het opstellen van deze veiligheidsinstructiekaart heeft Liantis gestreefd naar maximale betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie. Het betreft hier een middelenverbintenis waarvoor Liantis niet aansprakelijk kan worden gesteld.

6.2. Inventaris van de veiligheidsinstructiekaarten voor de bouwsector

Wij bieden u hierbij in het totaal een 140-tal veiligheidsinstructiekaarten en 4 controlelijsten aan.

Hierbij komen volgende beroepssectoren aan bod:

  • algemene aannemers;
  • infrastructuurwerken, wegenbouwers en kabel- en leidingleggers;
  • schilders en decorateurs;
  • vloerleggers;
  • schrijnwerkers;
  • installateurs;
  • stukadoors;
  • dakwerkers;
  • algemeen (voor alle beroepssectoren).
Voor de schrijnwerkers bezorgen wij u niet alleen de veiligheidsinstructiekaarten voor werfmachines maar ook voor machines gebruikt in de werkplaats.

Naast de veiligheidsinstructiekaarten voor bepaalde beroepsgroepen bevat het bundel veiligheidsinstructiekaarten eveneens modellen van nut voor alle beroepssectoren, o.a. voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s); intern transport; werken met gevaarlijke stoffen en preparaten; het gebruik van een ladder; rolsteiger; vaste steiger; stelling op schragen.

Voor een volledig overzicht verwijzen wij naar de inventaris.